Waarom hanteert ABP een eigen levensverwachting?
Waarom is de levensverwachting zo belangrijk voor pensioenfondsen?
“Pensioenfondsen moeten weten hoeveel geld ze later nodig hebben om pensioenen te betalen. De levensverwachting is daarbij erg belangrijk. Als mensen ouder worden, moeten fondsen langer pensioen betalen. Daar is dus ook meer geld voor nodig.”
ABP rekent met een andere levensverwachting dan het CBS. Hoe kan dat?
“In 2024 ging ABP uit van een levensverwachting van 88,5 jaar voor mensen die 65 zijn. Het CBS spreekt van 81,9 jaar, maar dat cijfer geldt voor pasgeboren kinderen. ABP kijkt dus naar een andere groep en andere cijfers: mensen die bijna met pensioen gaan. Voor een pensioenfonds is dat veel interessanter. Zij moeten weten hoe lang ze pensioen moeten uitbetalen aan mensen die nu stoppen met werken. Als we de levensverwachting volgens het CBS ook vanaf 65 jaar nemen, komen we uit op 86 jaar. Daarmee is het grootste deel van het verschil dus te verklaren.
Daarnaast kijkt ABP vooral naar mensen die werken. Mensen die ziek zijn, niet kunnen werken of nog te jong zijn, vallen buiten die groep. En mensen met werk en inkomen leven vaak gezonder en worden gemiddeld ouder. Dat is eveneens een reden waarom de levensverwachting waarmee ABP rekent hoger ligt.
ABP gebruikt overigens een speciale tabel van het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG). Die kijkt naar sterftecijfers in Nederland én andere landen. Het CBS kijkt alleen naar de hele Nederlandse bevolking. Ook daarom zijn de cijfers van ABP en CBS niet goed te vergelijken.”
[....]