
Referendum, individueel bezwaarrecht, en vaste versus variabele pensioenuitkeringen: een reflectie vanuit de gedragswetenschap
Ik heb sympathie voor een aantal zorgen van NSC. Het referendumvoorstel benadrukt het belang van het betrekken van alle pensioen deelnemers bij de besluitvorming over de overgang van hun oude rechten naar het nieuwe pensioen stelsel of het behoud ervan in het oude stelsel. De pensioensector heeft zich overduidelijk tegen dit voorstel uitgesproken en wijst op de hoge kosten, de administratieve complexiteit, het risico op vertraging en verstoring van het evenwicht binnen fondsen, evenals de uitdaging dat pensioenkeuzes technisch en moeilijk te overzien zijn voor deelnemers. In het publieke debat over het referendumvoorstel wordt weinig of slechts selectief gebruikgemaakt van inzichten uit onderzoek over pensioencommunicatie en gedrag. In deze bij drage zet ik een aantal wetenschappelijke inzichten hierover op een rij.
1. Ja? Nee? Ik weet het niet!
Een van de kernproblemen is dat een begrijpelijke uitleg over zowel het nieuwe als het oude stelsel uiterst complex is en daarmee niet of nauwelijks te herleiden tot een eenvoudige ja-of-nee keuze. Onderzoeken over pensioencommunicatie hebben aangetoond dat de meeste deelnemers een heel beperkte kennis van pensioen hebben en een beperkt tekstbegrip van teksten die trachten om het (nieuwe) pensioenstelsel begrijpelijk uit te leggen (Brüggen et al., 2020; Van Hekken et al., 2022). Onderzoek van Knoef et al. (2020) wijst bij voor beeld uit dat ongeveer 50% van de mensen ten onrechte denkt dat AOW-premies (deels) belegd worden. In Zwitserland zijn referenda over pensioenkwesties gehouden (Rigendinger et al., 2024; van Dalen & Henkens, 2025), maar die gingen over minder complexe vragen, zoals het verhogen van de pensioen leeftijd of het aanpassen van de hoogte van pensioenen.
[....]